Omdat de witbuikegel van nature een solitair dier is, kunt u hem het beste in zijn eentje huisvesten. Het is in elk geval af te raden om meerdere mannen bij elkaar te houden, omdat ze vrijwel altijd zullen gaan vechten. Soms lukt het om twee of meer vrouwtjes bij elkaar te houden die van jongs af aan samen opgroeien, maar ook zij kunnen ruzie krijgen als ze geslachtsrijp worden en het gedwongen samenleven kan voor stress zorgen. Een man en een vrouw die bij elkaar worden gehouden zullen zich gaan voortplanten en ook dan moeten ze voor de geboorte van de jongen gescheiden worden omdat de man anders de jongen zal opeten. Het is daarom in de meeste gevallen beter en natuurlijker om voor één dier per verblijf te kiezen, dat is prettiger voor het dier. Wilt u toch twee egels samen huisvesten dan heeft u een groter verblijf nodig en van alles tenminste twee stuks (schuilhokjes, loopwielen, voer- en drinkbakjes en dergelijke). Blijf bovendien altijd opletten of de dieren wel goed met elkaar omgaan en scheidt ze alsnog wanneer ze toch blijken te gaan vechten.

 

Hoewel de witbuikegel niet groot is, heeft hij vrij veel ruimte nodig omdat deze dieren in het wild grote afstanden afleggen. Voor één witbuikegel is een verblijf van tenminste twee vierkante meter aan te raden. Daarin kunt u eventueel nog een gedeeltelijke etage maken om het loopoppervlak uit te breiden. U moet de etage dan wel aan de zijkanten afsluiten en ook de loopplank ernaartoe beveiligen zodat de egel er niet af kan vallen, want witbuikegels kunnen slecht diepte schatten. De vloer van zowel bodem als etage mag niet van tralies zijn, omdat de egel daar zijn poten mee kan bezeren of zelfs breken. Hoe groter het verblijf, hoe meer mogelijkheden u heeft om het voor de egel interessant in te richten.

 

Er zijn diverse typen verblijven denkbaar om de egel te huisvesten. U kunt bijvoorbeeld een traliekooi, aquarium of terrarium gebruiken of zelf een verblijf maken. Belangrijk is dat de wanden glad zijn en hoog genoeg om te voorkomen dat de egel gaat klimmen en ontsnapt. Let bij tralies op dat de onderbak hoog genoeg is en dat de egel niet langs de tralies kan klimmen, omdat hij zich dan kan bezeren. Verticale tralies zijn daarom het beste. Het materiaal waarvan de kooi gemaakt is moet goed schoon te houden zijn. Daarnaast moet de kooi ook goed geventileerd worden, maar zonder dat tocht ontstaat.

Doordat witbuikegels afkomstig zijn uit Afrika hebben ze een vrij hoge omgevingstemperatuur nodig. Overdag moet deze tussen 24 en 27 graden liggen, ’s nachts mag de temperatuur wat zakken naar ongeveer 20 graden. Zorg dat het verblijf altijd warmer dan 18 graden is, want onder die temperatuur kan de witbuikegel in winterslaap gaan. Een winterslaap is in gevangenschap niet aan te raden want dit vergt veel van zijn conditie. Zijn weerstand zal dan afnemen waardoor hij vatbaar wordt voor infecties.

 

Let op: een te hoge temperatuur is ook niet goed! Boven 30 graden kan de egel oververhit raken. Zet het verblijf niet in de directe zon want op warme dagen kan de temperatuur op deze plekken snel te hoog oplopen.

 

Het verblijf kan verwarmd worden met behulp van een warmtelamp. Kies er één die geen licht geeft zodat het dag-nachtritme niet verstoord wordt, zoals een keramische warmtelamp. Hang de lamp niet te dicht bij de bodem en niet boven het slaaphuisje. Bij een lange kooi kan het handiger zijn om twee lampen te gebruiken om de warmte gelijkmatig te verdelen. Er wordt ook wel gebruik gemaakt van een warmtematje onder een deel van het verblijf (dus aan de buitenkant), maar dat is niet ideaal omdat de bodem weliswaar warmer wordt, maar de luchttemperatuur meestal achterblijft terwijl deze juist van belang is. Controleer de temperatuur in het verblijf en gebruik een thermostaat om de warmte constant te houden. Let op de veiligheid, houd brandbare materialen buiten bereik van de verwarming en zorg ervoor dat de egel niet bij de warmtebron of bij het snoer kan komen. Bij een open verblijf is het ook mogelijk de hele ruimte te verwarmen.

 

Witbuikegels kunnen niet tegen een te vochtig klimaat. Een luchtvochtigheid tussen 40 en 50% is het beste. Zorg altijd voor voldoende ventilatie en verwijder vochtige plekken in de bodembedekking om te voorkomen dat de luchtvochtigheid te ver oploopt.

 

Zorg dat de egel een regelmatige cyclus van ongeveer 12 tot 14 uur licht en ongeveer 12 tot 10 uur donker heeft. Ook bij een te korte of afnemende lichtperiode kan hij namelijk in winterslaap gaan. Dat betekent dat u moet bijverlichten in de winter of juist het verblijf moet afschermen in de zomer. Gebruik een lampje op een tijdschakelaar zodat de witbuikegel tijdens de lichturen ook daadwerkelijk voldoende licht heeft en zijn ritme behouden wordt. Neem echter geen te felle lamp want dat vindt de egel niet prettig.

 

Als bodembedekking zijn er verschillende mogelijkheden. Belangrijk is dat het materiaal goed absorbeert, voldoende zacht is en niet sterk ruikt, stoffig is of klontert.

 

Een op maat gemaakt kleed van fleece, corduroy of flanel is zacht en blijft niet in de stekels van de egel hangen. Wel moet u dit zeer regelmatig vervangen en goed wassen met een neutraal, niet sterk geurend wasmiddel of met azijn. Leg eventueel kranten onder het kleed voor extra absorptie. Gebruik in elk geval nooit stof waar draden afkomen want deze kunnen zich om de pootjes wikkelen en deze afknellen, wat zelfs tot afsterven van de poot kan leiden. Ook handdoeken en andere badstof materialen zijn ongeschikt omdat de dieren in de lusjes blijven hangen met hun nagels en er dan bovendien draden ontstaan. Een andere mogelijkheid is een bodembedekking van ongeparfumeerde papier- of houtpellets. Deze nemen vrij goed vocht op en zijn meestal niet stoffig. Een voordeel is ook dat de egel hierin kan graven. Let echter wel op dat de egel er niet van eet omdat dat verstoppingen van het maagdarmkanaal kan veroorzaken. Kartonsnippers, beukensnippers of strooisel op cellulose-basis kunnen ook gebruikt worden. Zaagsel is wat minder geschikt: het is vaak stoffig en blijft erg aan de egel hangen. Gebruikt u zaagsel, kies dan voor zaagsel van loofhout (populier), liever geen naaldhout, en gebruik geen zaagsel waar bijvoorbeeld citroengeur aan is toegevoegd of dat van zichzelf sterk geurt zoals ceder. Bij alle losse soorten strooisel moet men opletten dat er geen deeltjes aan de geslachtsorganen blijven plakken.

 

In het verblijf moet in elk geval een schuil- en slaaphuisje staan (minimaal één per dier). In de natuur gebruiken witbuikegels vaak verschillende rustplekken dus als het verblijf genoeg ruimte biedt, is het goed om meerdere schuilplekken aan te bieden. Zorg voor huisjes die goed schoon te maken zijn en waarin de egel niet vast kan komen te zitten. Een schuilhuisje moet groot genoeg zijn om in te bewegen maar ook weer niet te groot omdat het dan geen geborgenheid biedt. Mogelijke schuilplaatsen zijn plastic huisjes voor knaagdieren, kartonnen dozen (die u dan regelmatig moet vervangen), bloempotten of eventueel een PVC buis met liefst een bocht erin die aan één kant dichtgemaakt is. In het huisje kunnen papieren tissues, reepjes fleece en wat stro dienst doen als nestmateriaal. Ook een ‘slaapzak’ of ‘snugglezak’ van stof waarin de egel kan wegkruipen wordt veel gebruikt als aanvullend slaapplekje. Pas dan wel op dat de gebruikte stof geen draden of halen loslaat! Wanneer u graafbare bodembedekking aanbiedt, kan de egel dit ook gebruiken als schuilplek door zich in te graven.

 

Omdat witbuikegels in de natuur grote afstanden afleggen, is een looprad zeer aan te raden. Zo kan de egel ook 's nachts, als hij actief is, voldoende bewegen. Dat is belangrijk voor zijn conditie en om te voorkomen dat de egel te dik wordt. Kies een rad met een gesloten loopvlak en één dichte zijde, dat stabiel staat of kan worden vastgemaakt aan de zijkant van de kooi. Let erop dat er geen spaken zijn waartussen de egel bekneld kan raken of een middengeul waarin de nagels vast kunnen komen te zitten. De diameter moet tenminste 30 centimeter zijn zodat de egel niet krom loopt. De witbuikegel laat vaak zijn urine en ontlasting lopen terwijl hij in het rad loopt, dus het materiaal waarvan het rad gemaakt is moet goed schoon te maken zijn. Het kan voorkomen dat witbuikegels continu in hun rad blijven lopen en zichzelf uitputten; in dat geval is het te overwegen het rad slechts tijdelijk in het verblijf te plaatsen en tussendoor steeds te verwijderen.

 

Witbuikegels gebruiken vaak een bepaalde hoek van het verblijf als toilethoek (behalve als ze in het rad lopen). Soms is het mogelijk hen aan te leren daarvoor een toilet-bakje te gebruiken. Zet het in de hoek die de egel zelf kiest en doe steeds de ontlasting erin. Gebruik absorberend, niet klonterend strooisel. Omdat de egels hun ontlasting en urine laten lopen tijdens het rennen kan het ook goed werken om het rad in een toiletbak te zetten zodat een gedeelte wordt opgevangen.

 

Gebruik stevige, lage voerbakjes en drinkbakjes en zet deze zo dat ze niet snel volgegooid worden met bodemmateriaal of omgegooid worden. Een drinkflesje kan eventueel ook, maar let wel op of de egel er goed uit drinkt. Bied dus in eerste instantie ook een waterbakje aan tot u zeker weet dat de egel het flesje kan gebruiken. Hang een flesje op een hoogte waar de egel gemakkelijk bij kan zonder omhoog te hoeven reiken. Het komt voor dat witbuikegels hun tanden beschadigen bij gebruik van een flesje als deze tussen het balletje en het tuitje komen, en ook snijwondjes in de tong worden wel eens gezien. Een goed geplaatst, zwaar drinkbakje heeft daarom de voorkeur.

 

Andere inrichting van het hok kan bestaan uit een stenen tegel die de nagels helpt afslijten en speelgoed zoals pingpongballetjes, tunnels en opengeknipte wc-rolletjes om het dier te stimuleren om zijn omgeving te onderzoeken. Houd er bij alle materialen in het egelverblijf rekening mee dat de witbuikegel erg gevoelig is voor geuren en vermijd sterk ruikend materiaal.

 

Het is aan te raden om de witbuikegel ook buiten zijn hok te laten rondlopen. Een speelplek in de vorm van een veilige ren met speelgoed en schuilhuisjes kan daarvoor dienst doen. Kies wel een tijdstip waarop de egel van nature wakker en actief is. Let op dat de egel er niet uit kan klimmen of onderdoor kan kruipen, want egels kunnen snel ontsnappen. Laat hem nooit zomaar los in de kamer lopen zonder continu toezicht, want de witbuikegel past in kleine hoekjes en gaatjes. Zet eventueel een veilig deel van de kamer af waar hij kan rondlopen.

 

Kies de juiste plek voor het egelverblijf. Zet het niet in de zon of op de tocht. Witbuikegels zijn gevoelig voor geluiden en horen ook ultrasone geluiden, dus zet het verblijf niet in de buurt van apparaten die herrie of hoge tonen veroorzaken zoals radio en televisie, stofzuiger of keukenapparaten. Gebruik geen sterke geuren in de buurt van het verblijf zoals geurkaarsen of omgevingssprays. Zet het verblijf uit de buurt en het bereik van eventuele andere huisdieren, want de egel kan bang van hen (en hun geur) zijn. Houd er rekening mee dat het verblijf verduisterd moet kunnen worden in de zomer als de dagen lang zijn. Zet het verblijf niet in de slaapkamer want de witbuikegel is ’s nachts actief en houdt u dan uit uw slaap.